-
1 vast en zeker
vast en zeker -
2 vast en zeker!
vast en zeker! -
3 vast en zeker
vast en zekerdefinitely, certainly -
4 vast en zeker
ganz sicher -
5 hij heeft het vast en zeker niet verkocht
hij heeft het vast en zeker niet verkochtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft het vast en zeker niet verkocht
-
6 vast
♦voorbeelden:vast kapitaal • capital fixeeen vaste prijs • un prix fixeeen vaste slaap • un sommeil profondvaste sterren • étoiles fixesop een vast uur • à heure fixezonder vaste woon- of verblijfplaats • sans domicile fixevast omlijnd • bien définide deur zit vast • la porte est coincéehij zit erg vast aan zijn geld • il est regardantdaar zit meer aan vast dan je denkt • c'est plus compliqué qu'on ne le pensevoor vast • pour de bonmet vaste hand • d'une main fermeeen vaste mening hebben over iets • avoir des idées bien arrêtées sur qc.het vaste voornemen hebben om … • avoir la ferme intention de …iets vast geloven • croire fermement qc.voor vast • pour sûrvast op iets aan kunnen • pouvoir compter fermement sur qc.ergens vast in geloven • prendre qc. pour article de foieen vaste massa • une masse compactevast wel • sûrementhij zal vast wel twee uur nodig hebben • il lui faudra sûrement deux heuresvast en zeker • sans aucun doutedat staat zo vast als een rots • c'est sûr et certainu heeft vast dorst • je parie que vous avez soifhier heb je vast een gulden • en attendant, voilà un florin -
7 vast
5 [onwankelbaar] firm6 [onbetwijfelbaar] fixed7 [onveranderlijk] fixed9 [compact] solid13 [niet slap] firm, solid♦voorbeelden:dat staat zo vast als een huis • it's as sure as death and taxes2 vast raken • get stuck/caught/jammedhet schip raakte vast in het ijs • the ship got stuck/caught in the ice3 vast omlijnd • definite, clear-cut4 met vaste hand • with a steady/sure handvast in de leer • firm of faithvaste inkomsten • a fixed/regular incomeeen vaste verbinding • a regular connection8 vast adres/tehuis • fixed address/settled homeeen vaste betrekking • a permanent positionde vaste kern (van het personeel) • the permanent staff9 vast voedsel, vaste spijzen • solid food/fare14 een vaste afspraak • a standing arrangement/agreementeen vast gebruik • a (set) customeen vaste regel • a fixed/set ruleII 〈 bijwoord〉1 [stellig] certainly ⇒ for certain/sure2 [alvast] for the time being/the present♦voorbeelden:vast en zeker • definitely, certainlyjij bent er vast van op de hoogte • you must have heard of it2 begin maar vast met eten • go ahead and eat/start eatingik ben maar vast begonnen • I thought I might as well start -
8 zeker
zeker11 [buiten gevaar] safe2 [overtuigd, betrouwbaar, gerust] sure, certain♦voorbeelden:hij heeft het zekere voor het onzekere genomen • he did it to be on the safe sidehet is zo zeker als 2 + 2 vier is • it's as sure as night follows dayiets zeker weten • know something for surezeker weten! • sure is/are/was/ 〈enz.〉!zeker willen zijn dat … • want to make sure that …om zeker te zijn • to be surezijn leven niet zeker zijn • not be sure of one's lifevast en zeker! • definitelyje bent daar zeker van stralend weer • you're sure to have glorious weather thereergens zeker van zijn • be sure of somethingje wou haar zeker verrassen • I expect you wanted to surprise herje hebt het zeker al af • you must have finished it by nowje kunt zeker geen cricket spelen? • you don't know how to play cricket, do you?ik hoef zeker niet te zeggen dat • I scarcely need to say that————————zeker21 certain♦voorbeelden:iets met zekere deftigheid doen • do something with a certain dignityeen zekere meneer Pietersen • a (certain) Mr Pietersenin zeker opzicht • in a certain sensein zekere zin • in a sense————————zeker3♦voorbeelden:zeer zeker • most certainly -
9 vast
твёрдый; определённый; установившийся; устойчивый; непременный; плотный; не колебимый; неподвижный; пришитый; крутой; стандартный; завсегдатай; он уверенно руководил; он уверенно судил матч* * *1. bn1) крепкий; твёрдый2) постоянный, определённыйvast e príjzen — твёрдые цены
3) устойчивый, неподвижный2. bw1) наверняка, несомненно2) пока что* * *прил.общ. крутой(о тесте), не/по/колебимый, определенный (день, час), плотный, постоянный (о клиенте, местожительстве), установившийся, крепкий, неподвижный (о звёздах), многолетний (о растениях), крепко, прочно, прочный, твёрдо, твёрдый -
10 vast
I.festII.[zeker]bestimmtIII.[zeker]gewissIV.[zeker]sicher [gewiss]V.[zeker]sicherlich -
11 vast
-
12 and all the more so
vast en zeker -
13 gewiss
gewiss1♦voorbeelden:sie hat so ein gewisses Etwas • ze heeft zoiets over zich, zoiets bepaaldseiner Sache 〈 2e naamval〉 gewiss sein • zeker zijn van iets, van iets op aan kunneneine Belohnung war ihm gewiss • hij kon op een beloning rekenen————————gewiss2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 aber gewiss doch! • maar zeker!ganz gewiss! • zeer, heel zeker!, vast en zeker! -
14 certain
adj. zeker; bepaaldcertain1[ sə:tn]1 zeker ⇒ vast, onfeilbaar♦voorbeelden:for certain • (vast en) zekerII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 zeker ⇒ bepaald, een of ander♦voorbeelden:1 zeker ⇒ verzekerd, overtuigd2 zeker ⇒ vaststaand, onbetwistbaar♦voorbeelden:1 are you certain? • weet je het zeker?make certain (that) • zich ervan vergewissen (dat)is she certain about/of that? • weet zij dat zeker?be certain of success • van succes verzekerd zijn————————certain2[ sə:tn] 〈 voornaamwoord〉♦voorbeelden:certain of us doubt this • sommigen van ons betwijfelen dit -
15 bestimmt
-
16 bound
adj. zeker; samengaand; verbonden--------n. grens--------v. binden; verplichten; zich houden aanbound1[ baund] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 sprong♦voorbeelden:out of bounds • verboden terrein, taboe 〈 ook figuurlijk〉————————bound2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 zeker♦voorbeelden:she's completely bound up in her research • ze gaat helemaal op in haar onderzoekour future is bound up with that of the EEC • onze toekomst is nauw verbonden met die van de EEGI'll be bound • daar sta ik voor in, daar ben ik zeker van————————bound31 springen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 begrenzen ⇒ de grens vormen, beperken♦voorbeelden: -
17 cert
verantwoordelijk computer team in geval van noodtoestand (behandelt problemen op netwerk zoals binnendringen in beveiligde informatie, enz.)CERT (Computer Emergency Response Team)[ sə:t] 〈Brits-Engels; informeel〉♦voorbeelden: -
18 ganz gewiss
ganz gewiss!zeer, heel zeker!, vast en zeker!————————ganz gewiss!zeer, heel zeker! -
19 certainty
n. zekerheid[ sə:tntie] 〈meervoud: certainties〉1 zekerheid ⇒ (vaststaand) feit; vaste overtuiging♦voorbeelden:bet on a certainty • wedden op een tip/een zekerheidjefor a certainty • zonder enige twijfelI can't say with any certainty if it will work • ik weet (absoluut) niet zeker of het werktit is a certainty that … • het staat vast/is zeker dat … -
20 certainement
certainement [sertenmã]〈 bijwoord〉1 (vast en) zeker ⇒ ongetwijfeld, stellig♦voorbeelden:certainement! • natuurlijk!1. advzeker, ongetwijfeld2. interj
См. также в других словарях:
Liste falscher Freunde — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia
Pepperoni — Die Liste falscher Freunde listet eine Auswahl häufiger falscher Freunde (Übersetzungsfallen bzw. Verständnisprobleme) zwischen Deutsch und anderen Sprachen, dem in der Bundesrepublik Deutschland und in anderen Staaten gesprochenen Deutsch sowie… … Deutsch Wikipedia
Fest (Adj.) — 1. Nichts ist so fest, so gross und hoch, der fleiss gewinnets jmmer doch. – Henisch, 1602. 2. So fest ist nichts, es geht eine goldene Kugel durch. *3. Das ist so fest wie Ziegenhain. Mit dieser Bezeichnung ehrte man im Hessenlande schon lange… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon